Talk about your brand

Deel informatie over je merk met klanten. Beschrijf een product, doe aankondigingen of verwelkom klanten in je winkel.

Waarom heeft mijn hond dunne ontlasting? 5 oorzaken en oplossingen

Team Bobiotics

Inleiding

Ongeveer 10% van de Nederlandse honden heeft jaarlijks last van dunne ontlasting, een klacht die hun welzijn flink kan beïnvloeden. Dunne ontlasting is niet alleen vervelend om mee te maken, maar kan ook wijzen op onderliggende gezondheidsproblemen die je graag op tijd wilt aanpakken.

In dit artikel zoomen we in op vijf veelvoorkomende oorzaken van dunne ontlasting bij honden en geven we voor elke oorzaak praktische oplossingen. Je krijgt helder inzicht in wat dunne ontlasting precies is, welke verschillende soorten er zijn, en wanneer het tijd is om professionele hulp in te schakelen. Daarnaast behandelen we diagnostische stappen, effectieve behandelmethoden zoals voeding en probiotica, en geven we tips voor preventie en langdurige zorg.

Zo weet je straks precies waar je op moet letten en welke aanpak het beste werkt om de darmgezondheid van je hond te ondersteunen en problemen met dunne ontlasting effectief aan te pakken.

Wat is dunne ontlasting bij honden?

Dunne ontlasting, of ongevormde ontlasting, wijkt af van de normale, stevige consistentie. Eigenlijk noemt de meeste dierenklinieken dit een signaal dat de darm onvoldoende vloeistof opneemt of te snel passeert. Er zijn drie herkenbare types: het eerste type is dun met slijm, waarbij je vaak doorzichtige of lichtgele slijmsporen door de ontlasting ziet. Dit wijst op een prikkel of ontsteking van de darmwand, en honden kunnen hierbij vaker aandrang voelen en kleine beetjes ontlasting verliezen. Het tweede type is gele dunne ontlasting, waarbij een geelachtige kleur vaak duidt op een verstoring van galproductie of leverfunctie. Gal start normaal het vetverteringsproces in de dunne darm op gang, en bij onvoldoende galtoevoer kleurt de mest lichter en verlaat deze sneller het lichaam. Het derde type is alleen zacht aan het eind; soms is de ontlasting grotendeels normaal, maar wordt het laatste deel zachter. Dit wijst meestal op dieetgerelateerde klachten waarbij de maag-darmtransit in balans is, maar de samenstelling van het voer een lichte laxerende werking veroorzaakt.

5 oorzaken van dunne ontlasting bij honden (en oplossingen)

De vijf meest voorkomende oorzaken van dunne ontlasting bij Nederlandse honden zijn verstoorde darmflora, abrupte dieetveranderingen of slechte voerkwaliteit, virale infecties, parasitaire besmettingen en voedselallergieën of -intoleranties. Bij een verstoorde darmflora, ook wel dysbiose genoemd, is er een onbalans tussen goede en slechte bacteriën die de darmpassage versnelt en de opname van water en voedingsstoffen vermindert. De oplossing hiervoor is het gebruik van multi-strain probiotica, zoals Enterococcus faecium NCIMB10415, waarvan gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken aantonen dat ze de duur van diarree met 30 tot 50 procent kunnen verkorten. Daarnaast is een ondersteunend vezelsupplement aan te raden om fermentatie te bevorderen en de stoelgang te reguleren.

Bij abrupte dieetveranderingen of slechte voerkwaliteit kan een plotselinge overschakeling op ander voer de darm prikkelen, en eiwit van lage kwaliteit verhoogt de osmotische druk in de darm. Daarom is het belangrijk om een voerwissel over een periode van 7 tot 10 dagen door te voeren, waarbij je begint met 10 procent nieuw voer en dit opbouwt tot 100 procent. Daarnaast wordt geadviseerd hoogwaardig, compleet voer te kiezen met dierlijke eiwitten als eerste vermelde ingrediënten.

Virale infecties zoals rabiës, coronavirus en parvovirus beschadigen het darmslijmvlies en verstoren de absorptie. Ter preventie is het essentieel om een strikt vaccinatieprotocol te volgen, met een puppyserie en jaarlijkse boostervaccinaties. Ook hygiëne is belangrijk: voerbakken, drinkwater en slaapplaatsen moeten dagelijks worden gereinigd met diergeneeskundig goedgekeurde middelen.

Parasitaire infecties door wormen en Giardia zorgen ervoor dat interne parasieten zich voeden met darminhoud en de mucosa irriteren, waarbij Giardia chronische diarree kan veroorzaken. Een effectief ontwormingsschema houdt in dat basiswormen elke drie maanden worden bestreden, met extra aandacht bij kennels of pups. Bij terugkerende diarree kan een Idexx Giardia Snaptest worden ingezet, en behandeling vindt plaats met fenbendazol of metronidazol. Strikte huiselijke hygiëne is ook noodzakelijk door ontlasting direct te verwijderen en vloeren en manden grondig te reinigen.

Voedselallergieën en -intoleranties veroorzaken een immuunreactie op eiwitantigenen, die leidt tot lokale ontsteking en diarree. De oplossing is een eliminatiedieet van 8 tot 12 weken met één dierlijk eiwit en één koolhydraatbron. Bij aanhoudende klachten kan worden overgestapt op een hydrolysedieet, gevolgd door een stapsgewijze herintroductie om de trigger te identificeren.

Wanneer naar de dierenarts? Diagnostische routes

Soms volstaat een thuishandeling, maar er zijn alarmtekens die directe hulp vereisen. Als de dunne ontlasting langer dan twee dagen aanhoudt met verhoogde frequentie en hoeveelheid, bij aanhoudend braken, lethargie of weigeren te eten of drinken, koorts boven 39 graden Celsius, of tekenen van uitdroging zoals een positieve huidplooitest, glazige ogen en ingevallen flanken, is het belangrijk om direct een dierenarts te raadplegen.

De klinische diagnostiek bestaat uit ontlastingsonderzoek op parasieten zoals wormeieren en Giardia, en op bacteriële pathogenen. Daarnaast worden bloedonderzoeken uitgevoerd om elektrolytenstatus, lever- en nierfuncties en ontstekingsmarkers zoals CRP te controleren. Bij chronische of onverklaarbare gevallen kan beeldvorming plaatsvinden via echografie of endoscopie. In complexe hersteltrajecten vindt doorverwijzing naar een interne specialist plaats.

Behandelingsstrategieën

De therapeutische aanpak bestaat uit verschillende lagen, gaande van voeding tot medicatie. Probiotica helpen bij het herstel van de darmflora door te concurreren met pathogenen, het versterken van de slijmvliesbarrière en het moduleren van het immuunsysteem. Voorbeelden van producten zijn Vetalin Probiotica en Protexin Synbiotic D-C, verkrijgbaar als kauwtabletten of poeders. De dosering wordt gevolgd volgens het productetiket, meestal 1 tot 2 miljard CFU per dag gedurende 7 tot 14 dagen na het begin van de klachten.

Voedingsinterventies omvatten het gebruik van hypoallergeen, licht verteerbaar voer zoals Royal Canin Gastrointestinal of Hill’s i/d. Tevens zijn vezelrijke supplementen zoals psyllium en inuline nuttig voor een gebalanceerde darmtransit. De dieettransitie dient zorgvuldig gepland te worden over 7 tot 10 dagen met kleine porties verspreid over de dag.

Medicamenteuze ondersteuning bestaat uit anti-diarrheal middelen zoals loperamide of kaolin-pectine, mits er geen MDR1-mutatie aanwezig is. Anti-emetica zoals metoclopramide kunnen worden ingezet bij braken, en darmwandbeschermers zoals bismutsubsalicylaat kunnen in acute fasen worden toegepast.

Vloeistoftherapie wordt toegepast als er ernstige dehydratie of hypokaliëmie is, waarbij intravenieuze toediening (IV) nodig kan zijn. Bij milde tot matige dehydratie of thuistoepassing kan subcutane toediening worden gebruikt. Het protocol omvat isotone kristalloïden, eventueel met kaliumsuppletie, en frequent monitoren van de volumebalans.

Parasieten- en infectiebestrijding gebeurt via ontworming met fenbendazol of praziquantel, afhankelijk van de risicogroep. Een Giardia-protocol bestaat uit testen, behandelen en herhalen met metronidazol of fenbendazol. Bij besmetting is isolatie van de hond aan te raden, met een aparte slaapplaats en voerbak.

Antibioticagebruik wordt alleen geïndiceerd bij tekenen van sepsis, immunosuppressie of invasieve bacteriële infecties. Hierbij is voorzichtigheid geboden omdat antibiotica het microbiome kunnen schaden. Keuze van het antibioticum dient gebaseerd te zijn op faecale kweek of PCR. Evidence-based behandelmethoden adviseren antibiotica alleen te gebruiken bij duidelijke bacteriële overgroei of systemische signalen.

Preventie en lange termijn zorg

Een duurzame aanpak beperkt herhaling en garandeert het welzijn van de hond op de lange termijn. Gepersonaliseerde voedingsplannen en microbioomtherapieën worden afgestemd op leeftijd, ras en gevoeligheden. Nieuwe faeces-DNA-testen bieden daarbij inzicht in afwijkingen in het bacteriële profiel.

Vaccinatieprotocollen tegen gastro-intestinale virussen in Nederland zijn belangrijk om up-to-date te houden, inclusief de puppyserie en jaarlijkse boostervaccinaties. Overleg met de dierenarts is aan te raden over lokale uitbraken en aanvullende middelen zoals enteritis-vaccins.

Vroege parasitecontrole begint bij pups met ontworming vanaf twee weken, daarna elke twee tot drie weken tot drie maanden oud. Daarna wordt het landelijke schema gevolgd, dat vier keer per jaar ontwormen voorschrijft voor kennels.

Het monitoren van gedrag en welzijn bij chronische klachten is essentieel. Dagelijks dienen vochtinname, voeropname en ontlasting te worden bijgehouden. Afwijkingen moeten direct gemeld worden aan de dierenarts voor bijsturing of aanvullende diagnostiek.

Conclusie

Dunne ontlasting bij honden is vaak het gevolg van meerdere oorzaken, zoals verstoorde darmflora, abrupte dieetwisselingen, virale infecties, parasitaire besmettingen en voedselallergieën. Voor elk van deze oorzaken bestaat een praktische aanpak, zoals het inzetten van multi-strain probiotica bij dysbiose, een geleidelijke voerwisseling met kwalitatief hoogwaardig voer, strikte vaccinatie en hygiëne ter preventie van infecties, periodieke ontworming en gerichte Giardia-behandeling, en een zorgvuldig eliminatiedieet bij allergieën.

Een snelle en gerichte diagnose is cruciaal. Let goed op alarmtekens als langdurige diarree, braken en tekenen van uitdroging, en raadpleeg bij twijfel meteen een dierenarts. Die kan parasieten opsporen, bloedwaarden controleren en met beeldvorming zorgen voor een passend behandelplan. Zo voorkom je dat dunne ontlasting uitgroeit tot een ernstiger gezondheidsprobleem.

Blijf daarnaast investeren in preventie; consistente voeding met een goede overgang, regelmatige probioticasuppletie en een ontwormingsroutine zijn essentieel voor een stabiele darmgezondheid. Zo help je je hond niet alleen herstellen, maar verklein je ook de kans op terugkerende problemen.

Wil je meer weten over hoe voeding en probioticabeleid exact werken, dan is het verstandig dit te bespreken met je dierenarts of supplementenspecialist. Zo zorg je ervoor dat jouw hond een sterke, gezonde darm blijft behouden, nu en in de toekomst.

Terug naar blog

Geef Je Huisdier Het Beste

Ontdek onze populaire supplementen

Ontdek ze

Authors

pet care expert

Gauthier Gallin

11

pet care expert

Lowie Verschelden

11

Laura Florizoone is een laatstejaarsstudent diergeneeskunde aan de UGent met een grote passie voor honden. Naast haar studies werkt ze in een dierenartsenpraktijk voor kleine huisdieren, waar ze haar kennis en ervaring dagelijks verdiept. Met praktische tips en waardevolle inzichten helpt ze hondenliefhebbers om hun trouwe viervoeters een gezond en gelukkig leven te bieden.

Laura Florizoone

11
/